Rodaan Al Galidi is dichter en auteur. In 2011 won hij de Literatuurprijs van de Europese Unie, kort daarna zakte Rodaan voor zijn inburgeringsexamen. Hoe ik talent voor het leven kreeg was in 2016 DWDD Boek van de Maand en werd een bestseller. Daarna verscheen de roman Holland en begin dit jaar De onbekende belevenissen van prins Willem-Alexander. Voor de NPO Cultuur nieuwsbrief vertelt Rodaan ons over de manier waarop de grootste schrijvers hem nog steeds bereiken.
‘Jongen, neem dit boekje. Nu zal je het misschien saai vinden, maar later zal je ervan houden’, zei hij. Ik was een jaar of veertien. De Al Moetanebbi-straat in Bagdad, waar de stoep geen stenen zijn, maar omslagen van boeken, was mijn favoriete verdwaal-plek in de stad. Daar zijn boekverkoppers op de stoep. Niet eenmalig, tijdens een jaarljkse boekenmarkt of een keer per week, maar het hele jaar door. Als het door een wonder begint te regenen, rennen ze met tassen vol boeken onder een willekeurig dak. Ze zijn overal welkom om hun verkoop voort te zetten, in een bank, een groentewinkel of een bakker. Sommige van die boekenverkopers zijn niet per se handelaren, maar lezers. Die praat over zijn ervaring, en leest iets voor. Als je daarna nog niet overtuigd bent, leest hij nog een fragment. Tot het boek jou pakt en je ermee weggaat.
Het boek dat hij deze verkoper aan mij liet zien, had een religieuze titel:De Profeet. Ik dacht dat het een biografie was van een van de profeten en vertelde dat ik daar al genoeg over gelezen had. Teleurgesteld keek hij mij aan.
‘Deze profeet is niet een profeet van God, maar van de schrijver zelf’, zei hij. Dat klonk spannend. Niet alleen God had dus profeten, maar sommige schrijvers ook… ‘Het is een klein boekje, zoals je ziet. Het kost niet veel, jongen’, zei hij. Ik kreeg het voor de helft van de prijs.
Dat boekje is voor mij een dierbare herinnering. Toen ik vluchtte naar het noorden van Irak om niet in het leger te hoeven, zag ik daar diezelfde boekverkoper weer. Ik opende de kleine tas met mijn eigendommen, haalde het boekje eruit en liet het hem zien. Hij glimlachte en herinnerde zich het boek, maar mij niet.
‘Je zei dat ik van dit boek zou gaan houden later’, zei ik. ‘Je had gelijk.‘
De Profeet van Kahlil Gibran staat vol tijdloze zinnen en ideeën. Ik open het nog regelmatig, ook nu, en lees: ‘Van de tijd zou je een rivier willen maken en, aan haar oever zittend, de stromingen gadeslaan.’